Intro / algemeen
Hieronder volgt een aantal tips hoe elkaar respectvol aan te spreken.
(L = liever niet, J = ja)
- Vertel wat je wel wilt. Wat je aandacht geeft groeit.
L Ik wil dat je niet meer te laat komt.
J Ik wil dat je om 06.00 uur op je werkplek klaar staat.
- Geef feitelijk aan wat er aan de hand is. Vermijd woorden als ‘altijd’ en ‘nooit’.
L Je vergeet altijd je handen volgens protocol te wassen.
J Ik zag zojuist dat je je handen niet volgens protocol waste.
- Gebruik een ik-boodschap en vraag de ander wat hij anders kan doen.
L De machine is vies; wat ben jij slordig zeg. Jij moet voortaan de machine beter schoonmaken, anders nemen we andere maatregelen.
J Ik zie dat er na de schoonmaak nog resten vlees in de hoeken van de machine zitten, Wat ga jij eraan doen om de machine voortaan schoon op te leveren?
- Vertel wat het effect is.
L Je moet minder vet van het vlees af snijden.
J Als je te veel vet van het vlees afsnijdt, moeten we te veel vlees weggooien en krijgt de klant niet wat hij wil.
- Geef als het kan ook een compliment om aan te geven wat er goed gaat.
L Jij maakt met dat vlees altijd dezelfde fout!
J Ik zie dat je snel werkt.
- Als je boos bent, wacht dan met het geven van feedback tot de boosheid gezakt is.
- Vind je iemand aanspreken moeilijk? Schrijf het eerst op en check aan de hand van bovenstaande of je feedback klopt.
Links