Risico
Blootstelling aan biologische agentia kan leiden tot gezondheidsklachten variërend van beperkte luchtwegirritatie tot ernstige infecties (bron: Arbokennisdossier Biologische Agentia, 2009).
Eisen
Het Arbobesluit maakt onderscheid bij het werken met biologische agentia in drie soorten risicosituaties. In de vleessector en de vleeswarenindustrie is sprake van het zogenaamde ‘niet-gericht werken met biologische agentia’, waarbij wel kans bestaat om te worden blootgesteld aan biologische agentia van categorie 2,3 of 4. Ter bescherming van werknemers gelden de volgende verplichtingen:
- Blootstelling aan biologische agentia moet zoveel mogelijk worden voorkomen door aanpak bij de bron. Zoals door bestrijding van het agens zelf. Zie ook de richtlijn Arbeidshygiënische strategie in deze arbocatalogus.
- Indien gevaren aan de bron niet kunnen worden voorkomen moeten deze worden beperkt door bijvoorbeeld technische maatregelen (andere inrichting van de werkplek, productie- of werkmethode) of een andere organisatie van het werk.
- Indien dat niet toereikend is, dan is gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen vereist. Zorg dat voor elk type beschermingsmiddel is aangegeven op welke afdelingen het verplicht of geadviseerd wordt.
- Goede hygiënische maatregelen zoals het wassen van de handen kunnen blootstelling via de mond voorkomen. Hiervoor is een richtlijn persoonlijke hygiëne in vleessector en de vleeswarenindustrie .
- Neem in het bedrijfsnoodplan of calamiteitenplan op dat medewerkers na een snijwond een tetanus-injectie dienen te krijgen.
- Regelmatig wordt aan werknemers voorlichting en praktisch onderricht gegeven over de risico’s, de te treffen maatregelen, de te nemen actie bij een ongeval met biologische agentia, de werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen en het persoonlijke hygiëneprotocol.
- Overleg met uw bedrijfsarts of en hoe kwetsbare groepen op uw productieafdelingen (zwangeren/ medewerkers met een verminderd werkend immuunsysteem) kunnen worden beschermd tegen blootstelling aan biologische agentia.
Voor zwangeren, zie de richtlijn zwangerschap en arbeid.
Personen met een verzwakt afweersysteem kunnen heel anders reageren op een blootstelling aan biologische agentia. Ze hebben een verhoogde vatbaarheid voor infectieziekten. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een chronische aandoening (o.a. HIV, suikerziekte, ernstige longziekten, ernstige hart en vaatziekten, kunstkleppen, vaatprotheses, sommige vormen van maagoperaties), medicijngebruik(o.a. corticosteroïden), chemotherapie of na transplantatie. Vergaande maatregelen kunnen bij deze personen nodig zijn, afhankelijk van de staat van het afweersysteem. Maak aan medewerkers in de vuile en schone slacht en bij snijdende beroepen in de vleesverwerking en vleeswaren bekend, dat als zij kampen met een verminderd werkend immuunsysteem, zij hierover in gesprek dienen te gaan met de bedrijfsarts. Het verdient de aanbeveling om dit op te nemen in het introductiepakket voor nieuwe medewerkers.
Wensen
- Vaccinatie is niet mogelijk voor het grootste deel van de biologische agentia die voorkomen in de vleessector en de vleeswarenindustrie. Uitzondering is tetanus. Geadviseerd wordt om medewerkers van de snijdende afdelingen een vrijwillige preventieve tetanusvaccinatie aan te bieden (denk daarbij ook aan nieuwe medewerkers op deze afdelingen). Het RIVM adviseert om elke tien jaar standaard een tetanus-revaccinatie aan te bieden.
- Volg bij het treffen van maatregelen de speciale bio- arbeidshygiënische strategie opgezet door het KIZA.