Wij besteden in de vleeswarensector veel zorg aan de verbetering van arbeidsomstandigheden. In Sociale partners in de vleeswarensector hebben met de overheid harde afspraken gemaakt om het risico van lichamelijke klachten in de bedrijven sterk terug te brengen. Ook zijn er afspraken gemaakt over het terugdringen van het ziekteverzuim en de WGA-instroom.
Dit is van belang voor de werkgevers én de werknemers. De werkgever is weliswaar verantwoordelijk voor de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van zijn werknemers, maar ook werknemers hebben er baat bij dat de werkomstandigheden optimaal zijn. Immers, dit voorkomt lichamelijke of psychische klachten en stimuleert de persoonlijke motivatie en de productiviteit.
Alle bedrijven, moeten een RIE en een plan van aanpak maken om knelpunten in het arbobeleid aan te pakken. De uitvoering van het plan van aanpak ligt niet alleen in handen van de werkgever, maar ook bij de werknemers of de ondernemingsraad.
Bij elke verandering in het bedrijf of in de werkwijzen moeten de risico's opnieuw onder de loep worden genomen.
Het RI&E-instrument voor de sectoren Vlees- en Vleeswaren dat de sociale partners hebben samengesteld, wordt naar verwachting binnenkort erkend door het Steunpunt RI&E. Dat betekent dat kleine bedrijven uit deze sectoren (met 25 medewerkers of minder) die gebruik maken van dit instrument, de RI&E niet hoeven te laten toetsen. Bedrijven met meer dan 25 medewerkers (gerekend over alle vestigingen samen) dienen na het uitvoeren van de RI&E met het branche-instrument het resultaat nog te laten toetsen door een gecertificeerde arbodeskundige.
Voor een inlog van de RI&E neemt u contact op met het Sociaal Secretariaat.
Verder mogen jongeren alleen op beperkte tijden werken. Klik hier voor meer informatie.
Ja, de werkgever is verantwoordelijk voor de reïntegratie van elke zieke werknemer zolang die bij hem in dienst is. Dit betekent dat de werkgever ook verantwoordelijk is voor de reïntegratie van een zieke werknemer met een tijdelijk contract.
Tijdens de ziekteperiode moet de werkgever de werknemer in ieder geval 100% in het eerste jaar en 90% in het tweede jaar van het loon doorbetalen. Als een werknemer ziek wordt en zijn arbeidsovereenkomst eindigt binnen 104 weken nadat hij ziek is geworden, dan heeft de werknemer na afloop van de arbeidsovereenkomst recht op een Ziektewetuitkering.
Bij het einde van de arbeidsovereenkomst moet de werkgever aan het UWV doorgeven dat het dienstverband eindigt. Als dit nog niet eerder aan het UWV is doorgegeven, dan moet de werkgever ook melden dat de werknemer ziek is. Verder moet de werkgever een reïntegratieverslag bij het UWV indienen, tenzij er minder dan zes weken zit tussen de eerste ziektedag en het einde van de arbeidsovereenkomst.
Aan de hand van dit reïntegratieverslag beoordeelt het UWV of de werkgever aan z’n reïntegratieverplichtingen heeft voldaan. Daarbij telt in de eerste plaats het resultaat. Dat wil zeggen dat het UWV tevreden is als de werknemer weer volledig herplaatst is. Is de werknemer niet herplaatst en vindt het UWV dat de werkgever zich niet voldoende heeft ingespannen in het kader van de reïntegratie, dan kan het UWV de werkgever een sanctie opleggen. Sinds 1 maart 2005 kan het UWV namelijk in dat geval (een deel van) de Ziektewetuitkering die de werknemer ontvangt op de werkgever verhalen. Hoeveel ziekengeld het UWV op de werkgever verhaalt, is afhankelijk van het antwoord op de vraag hoe lang de werkgever zich onvoldoende heeft ingespannen: uitgangspunt is namelijk dat het UWV ziekengeld verhaalt over de periode waarin de reïntegratie door het toedoen van de werkgever is vertraagd.
Laat de werkgever na een volledig reïntegratieverslag bij het UWV in te dienen, dan verhaalt het UWV overigens altijd een week Ziektewetuitkering op de werkgever - ongeacht de vraag of de reïntegratie geslaagd is of niet.
Als de werkgever een reïntegratietraject wil opzetten voor een werknemer met een tijdelijk contract waarbij de duur van het traject langer is dan de resterende duur van de arbeidsovereenkomst, dan kan de werkgever hierover contact opnemen met het UWV. In overleg met het UWV kan het reïntegratietraject starten. Het UWV neemt dan - als de arbeidsovereenkomst afloopt - het traject over. In een dergelijk geval zijn met het UWV afspraken te maken over het delen van de reïntegratiekosten.
In de Arbowet staat dat iedere werkgever verplicht is bedrijfshulpverlening te organiseren en één of meer bedrijfshulpverleners (BHV’ers) aan te wijzen. Het aantal BHV'ers is afhankelijk van de grootte van het bedrijf, het aantal diensten en de risico's die er spelen. Deze risico's volgen uit een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). In een bedrijfsnoodplan beschrijft een bedrijf wat er precies moet gebeuren bij alle denkbare calamiteiten. Bedrijfshulpverleners moeten zodanig zijn opgeleid dat ze de vereiste stappen bij deze calamiteiten kunnen uitvoeren.